skip to Main Content

Besluit mandaat, volmacht en machtiging serviceorganisatie zorg Holland Rijnland


Intitulé

Besluit van het bestuur en de voorzitter van de gemeenschappelijke regeling Serviceorganisatie Zorg Holland Rijnland houdende regels omtrent mandaat, volmacht en machtiging (Mandaatbesluit Serviceorganisatie Zorg Holland Rijnland)

Het bestuur en de voorzitter van Serviceorganisatie Zorg, ieder voor zover het zijn eigen bevoegdheden betreft,

overwegende dat:

het voor het efficiënt functioneren van Serviceorganisatie Zorg wenselijk is een bevoegdhedenregeling vast te stellen;

gelet op:

Afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht, en

Artikel 13.2 lid b van de Gemeenschappelijke Regeling Serviceorganisatie Zorg Holland Rijnland

BESLUITEN

vast te stellen het navolgende:

Mandaatbesluit Serviceorganisatie Zorg Holland Rijnland

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  1. mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen;
  2. volmacht: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;
  3. machtiging: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan handelingen te verrichten, geen besluiten en/of privaatrechtelijke rechtshandelingen zijnde;
  4. secretaris-directeur: de secretaris-directeur van de Serviceorganisatie Zorg;
  5. mandaatgever: het bestuursorgaan dat aan een in het mandaatregister genoemde gemandateerde de bevoegdheid geeft om in naam van het bestuursorgaan besluiten te nemen;
  6. gemandateerde: gremium dat of functionaris die van de mandaatgever de bevoegdheid heeft gekregen om in naam van de mandaatgever besluiten te nemen, dan wel ondermandaat te verlenen.

Artikel 2 Mandaat, machtiging en volmacht

  1. Het bestuur en de voorzitter van Serviceorganisatie Zorg verlenen, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft mandaat, volmacht en/of machtiging ter uitoefening van de bevoegdheden aan het gremium en/of de functionarissen zoals vermeld in het mandaatregister dat is opgenomen als bijlage 1 van dit besluit.
  2. Wanneer in deze regeling wordt gesproken over mandaat, wordt daaronder mede verstaan ondermandaat, machtiging en volmacht.
  3. Bij het uitoefenen van de krachtens mandaat opgedragen bevoegdheden wordt in acht genomen het daarover gestelde bij of krachtens wetten, besluiten, verordeningen, circulaires en richtlijnen van het rijk en de betreffende gemeente(n).
  4. De bevoegdheid krachtens mandaat besluiten te nemen omvat tevens de bevoegdheid tot het ondertekenen, wijzigen en intrekken van die besluiten alsmede het stellen van voorschriften en beperkingen.

Artikel 3 Ondermandaat

  1. De gemandateerden zijn bevoegd schriftelijk rechtstreeks ondermandaat te verlenen aan medewerkers, tenzij uit de bij deze regeling behorende mandaatregister blijkt dat dit niet is toegestaan.
  2. De gemandateerden kunnen aan het gebruik van ondermandaat voorschriften verbinden.
  3. Voor zover in deze regeling over mandaatgever wordt gesproken wordt hieronder mede verstaan ondermandaatgever.

Artikel 4 Mandaat uitgesloten

In de hierna genoemde situaties mag geen gebruik worden gemaakt van mandaat:

  1. de beslissing grote politieke consequenties krijgt of vermoedelijk zal krijgen, dan wel precedentwerking te verwachten is;
  2. het besluit zou leiden tot overschrijding van budgetten of kredieten; en/of
  3. er belangrijke financiële en/of juridische risico’s uit het te nemen besluit (kunnen) voortvloeien.

Artikel 5 Verantwoording en Informatieverplichting

  1. De gemandateerden stellen het bestuursorgaan direct op de hoogte van in mandaat genomen besluiten waarvan zij vermoeden dat het van belang is dat het orgaan daarvan kennis neemt.
  2. Op verzoek van het bestuursorgaan verstrekt de gemandateerde informatie over de door hem in mandaat genomen besluiten.

Artikel 6 Vernieuwde regelgeving

Voor zover de regelingen waarin aan de gemandateerde bevoegdheden worden toegekend wijzigen dan wel nieuwe regelingen daarvoor in de plaats komen, wordt het mandaatbesluit geacht ook te gelden voor de bevoegdheid zoals deze is opgenomen in de gewijzigde of nieuwe regeling.

Artikel 7 Ondertekening

  1. Ingeval de in dit besluit bedoelde bevoegdheid wordt uitgeoefend onder verantwoordelijkheid van het bestuur worden uitgaande stukken als volgt ondertekend:

Het bestuur van Serviceorganisatie Zorg Holland Rijnland,

namens deze,

(de functieaanduiding van de ondertekenaar)

(handtekening)

(naam)

  1. Ingeval de in dit besluit bedoelde bevoegdheid wordt uitgeoefend onder verantwoordelijkheid van de voorzitter worden uitgaande stukken als volgt ondertekend:

De voorzitter van Serviceorganisatie Zorg Holland Rijnland,

namens deze,

(de functieaanduiding van de ondertekenaar)

(handtekening)

(naam)

Artikel 8 Plaatsvervanging

Bij tijdelijke afwezigheid of verhindering van de directeur worden diens taken uitgeoefend door een door de directeur aangewezen functionaris.

 Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  1. Deze regeling treedt in werking op de dag na die van zijn bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2023.
  2. Deze regeling wordt aangehaald als “Mandaatregeling Serviceorganisatie Zorg Holland Rijnland”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het bestuur van Serviceorganisatie Zorg Holland Rijnland van 13 april 2023;

Het bestuur van Serviceorganisatie Zorg Holland Rijnland,

de secretaris,

de voorzitter,


Bijlage 1 Mandaatregister

  1. Aan de voorzitter wordt mandaat verleend om namens het Bestuur:
    Het besluiten tot het aangaan, wijzigen en beëindigen van de arbeidsovereenkomst en overige besluiten over de rechtspositie van de secretaris-directeur op grond van wetten in formele zin, de Cao Gemeenten of het Personeelshandboek Holland Rijnland, alsmede met betrekking tot de secretaris-directeur het uitoefenen van de operationele werkgeversrol jegens de secretaris-directeur, waaronder begrepen de functionele aansturing, het geven van kaderstellende instructies, coachen, beoordelen, belonen en overige operationele werkgeverstaken.
  2. Aan de secretaris-directeur wordt mandaat verleend om namens het Bestuur:
    1. het nemen van besluiten tot het aangaan en wijzigen van financiële verplichtingen en overeenkomsten voor zover dit binnen het gestelde van de begroting blijft en het aangaan van de financiële verplichting of overeenkomst geen politieke of bestuurlijke gevoeligheden kent;
    2. het besluiten tot het aangaan, wijzigen en beëindigen van de arbeidsovereenkomst en overige besluiten over de rechtspositie van de overige functionarissen op grond van wetten in formele zin, de Cao Gemeenten of het Personeelshandboek Holland Rijnland, alsmede met betrekking tot de overige functionarissen het uitoefenen van de operationele werkgeversrol jegens de secretaris-directeur, waaronder begrepen de functionele aansturing, het geven van kaderstellende instructies, coachen, beoordelen, belonen en overige operationele werkgeverstaken;
    3. het vaststellen van wijzigingen in de arbeidsvoorwaarden van het personeel van de bedrijfsvoeringsorganisatie, alsmede het benoemen, schorsen, bevorderen en ontslaan van personeel van de bedrijfsvoeringorganisatie;
    4. het besluiten tot het voeren van rechtsgedingen, het instellen van alle rechtsmiddelen en arbitrage in alle instanties zowel als eisende partij als verwerende partij;
    5. verzoeken als bedoeld in de Wet open overheid welke gericht zijn aan het Bestuur af te handelen;
    6. het (schriftelijk of mondeling) naar voren brengen van de zienswijze en bedenkingen tegen voorgenomen besluiten van bestuursorganen, indien deze gelegenheid of dit recht aan de bedrijfsvoeringsorganisatie toekomt.
Back To Top Ga naar de inhoud