Onze contracten
Contractvoorwaarden
Namens de aangesloten gemeenten in de jeugdhulpregio Holland Rijnland is Serviceorganisatie Zorg Holland Rijnland verantwoordelijk voor de contractering van jeugdhulp en jeugdhulpaanbieders. Zo wordt bijgedragen aan het realiseren van een adequaat aanbod van passende en betaalbare jeugdhulp voor kinderen en gezinnen die het echt nodig hebben. De regio geeft hierbij de voorkeur aan een meerjarige samenwerking met jeugdhulpaanbieders, voor een passend zorglandschap. Ter bevordering van een goede samenwerking heeft een jeugdhulpaanbieder een eigen contractmanager. Een overzicht van de contractmanagers is hier te vinden.
Enkele zaken rondom de contracten wordt hieronder verder toegelicht.
Contracten
Serviceorganisatie Zorg Holland Rijnland maakt contracten op voor jeugdhulpaanbieders. Het contract is opgebouwd uit een algemeen deel en bijlagen. De jeugdhulpaanbieder is bij de uitvoering van de jeugdhulp gehouden aan alle bepalingen in de delen en bijlagen Voor tussentijdse aanpassingen aan het contract zijn formele procesafspraken gemaakt.
- Algemeen deel van de overeenkomst 2025
- Bijlage 1a: Programmaplan Duin- & Bollenstreek
- Bijlage 1b: Programmaplan Leidse Regio
- Bijlage 2: Regionaal inkoopplan
- Bijlage 3: Voortgangsrapportages inkoop jeugdhulp
- Bijlage 4: Lijst met definities
- Bijlage 5: Dienstomschrijvingen
- Bijlage 6: VNG-model algemene inkoopvoorwaarden
- Bijlage 7: Organisatie van de overlegtafels
- Bijlage 8: Instructiedocument
- Bijlage 9: Eisen perspectiefplan
- Bijlage 10: Protocol bedrijfsvoering
- Bijlage 11: Individuele informatie en afspraken jeugdhulpaanbieder
- Bijlage 12a: Routekaart integraal arrangeren
- Bijlage 12b: Integraal arrangeren
- Bijzonder deel overeenkomst segment 1: behandeling met verblijf
- Bijzonder deel overeenkomst segment 2: wonen
- Bijzonder deel overeenkomst segment 3: dagbesteding – dagbehandeling
- Bijzonder deel overeenkomst segment 4: ambulante jeugdhulp
- Bijzonder deel overeenkomst segment 5: onderwijs
- Bijzonder deel overeenkomst segment 6: crisis
- Bijzonder deel overeenkomst segment 7: veiligheid
De Beschikbaarheidswijzer
In de Beschikbaarheidswijzer geeft de jeugdhulpaanbieder zelf inzicht in de beschikbaarheid van de jeugdhulp waar de jeugdhulpaanbieder voor gecontracteerd is. Van gecontracteerde jeugdhulpaanbieders wordt verwacht dat zij 1x per 2 weken de Beschikbaarheidswijzer bijwerken. Wilt u meer weten over de Beschikbaarheidswijzer, klik dan hier.
Maximale bestedingsruimte
Voorafgaande aan een nieuw boekjaar ontvangt de jeugdhulpaanbieder een maximale bestedingsruimte. Binnen de maximale bestedingsruimte kan de jeugdhulpaanbieder de diensten leveren zoals overeengekomen in het contract. De jeugdhulpaanbieder is zelf verantwoordelijk voor een gelijkmatige in- en uitstroom van jeugdigen tijdens het boekjaar passend binnen deze maximale bestedingsruimte. Zonder een overeengekomen aanpassing van de maximale bestedingsruimte, betaalt Serviceorganisatie Zorg Holland Rijnland geen facturen die de maximale bestedingsruimte en/of verdeling per segment overschrijden.
De maximale bestedingsruimte is verwoord in artikel 59 van het algemeen deel van het contract.
Cliëntenstop
Van de jeugdhulpaanbieder wordt verwacht dat de toegekende maximale bestedingsruimte verspreid wordt ingezet gedurende het jaar. Als sprake is van 80% uitnutting van de maximale bestedingsruimte, dient de jeugdhulpaanbieder dit kenbaar te maken. De volledige uitnutting van de maximale bestedingsruimte heeft een cliëntenstop tot gevolg. De jeugdhulpaanbieder kan in dit geval geen nieuwe jeugdigen meer aannemen zonder toestemming van Serviceorganisatie Zorg Holland Rijnland.
De jeugdhulpaanbieder vermeld de cliëntenstop in de Beschikbaarheidswijzer. Zo weten verwijzers dat de jeugdhulpaanbieder op grond van bereiken van de maximale bestedingsruimte geen jeugdigen meer kan aannemen.
Protocol bedrijfsvoering
Het protocol bedrijfsvoering beschrijft (de verantwoordelijkheden en bevoegdheden) van het toewijzings – en declaratieproces. In het protocol wordt ook uitgelegd hoe om te gaan met eventuele uitzonderingen op de standaarden rond BSN’s, woonplaatsbeginsel etc.
